Van 11 tot 16 maart bezoekt een aantal van onze mensen ICANN58 in Kopenhagen. De Nederlandse afvaardiging is groter dan de SIDN’ers. 2 Nederlanders zijn namelijk lid van ICANN’s board of directors. De 21 leden van deze board controleren de organisatie. We spraken oud-politica Lousewies van der Laan en strategisch adviseur Maarten Botterman.
Een diverse board

Maarten Botterman is lid van de board van ICANN sinds de ICANN-meeting in Hyderabad, in november vorig jaar. “De nominatiecommissie, NomCom, heeft mij voorgedragen. De functie past goed bij mijn achtergrond. Ik was voorzitter van de Raad van Bestuur van de Public Interest Registry, de registry van .org, en onafhankelijk analist op het gebied van ICT en samenleving. Het internet heeft al jaren mijn interesse. Het is de motor achter zowat alle ontwikkelingen in de wereld, positief én negatief, en biedt enorme kansen voor duurzaamheid.” Het was een headhunter die Lousewies van der Laan in 2015 in contact bracht met ICANN. “Eerlijk gezegd had ik nog nooit van de organisatie gehoord. Daar kwam bij dat mijn technische kennis beperkt was. Ik kende het verschil tussen een ip-adres en een domeinnaam, maar daar hield het wel mee op.”
ICANN wilde echter juist iemand van buiten de sector in verband met de onafhankelijkheid van de board. Ook werden mensenrechten, diversiteit en politiek steeds belangrijker. Maarten: “De kwesties waar ICANN mee te maken heeft, zijn allang niet meer puur technisch van aard. In de board vind je mensen met allerhande kennisgebieden: juridisch, bestuurlijk, technisch, enzovoorts.” Die diversiteit is belangrijk, denkt Lousewies: “Een blik van een buitenstaander kan verfrissend zijn. Ook komt er steeds meer aandacht voor het bestuur van álle onderdelen van het internet. Dan heb je mensen met verschillende achtergronden nodig.”
Bestuurlijke ervaring
Wat maakt iemand eigenlijk geschikt als lid van de board? Bij Maarten ging het om zijn ervaring bij de Public Interest Registry en zijn brede betrokkenheid als onafhankelijk analist bij ontwikkelingen op het gebied van internet governance en future internet. Lousewies heeft begrepen dat de combinatie van haar juridische, bestuurlijke en managementervaring doorslaggevend was. “Ik heb verschillende bestuurlijke functies gehad, zowel in Brussel als in Den Haag. Dat is mijn meerwaarde. In de internetwereld wordt regelmatig met onbegrip en soms zelfs dedain over overheden wordt gesproken. Ik vind het een mooie uitdaging om onderling begrip te kweken, om een brug te bouwen.”
2 Nederlandse leden
Dat er nu 2 Nederlanders in de board zitten, is vrij bijzonder. Maar volgens Maarten moeten we daar niet teveel belang aan hechten: “Elk werelddeel heeft evenveel zetels in de board. We zitten er allebei namens Europa. Het gaat niet om Nederland, maar om de belangen van de wereldwijde internetgemeenschap.” Het is niet voor niets dat leden van de board uit de hele wereld komen. Ze moeten benaderbaar zijn, vertelt Maarten. “Het mag niet zo zijn dat alleen mensen uit rijke landen of alleen Engelstaligen toegang tot de board hebben. Iedereen die een belang heeft bij het internet is eigenaar van ICANN en moet zich kunnen laten horen. Dat is zo vastgelegd in de statuten, de zogenaamde bylaws.”
3 meetings per jaar
De belangrijkste momenten om met leden van de board in contact te komen, zijn de ICANN-meetings die 3 keer per jaar plaatsvinden, steeds op een andere plek in de wereld. Op deze meetings wordt het beleid van ICANN vastgesteld. Dat gebeurt door de deelnemers. Maarten: “De internetgemeenschap geeft de richting van het beleid aan. Wij zorgen ervoor dat dit proces goed verloopt en dat het beleid wordt uitgevoerd. Op elke meeting is er een communitydag. De leden van de board komen dan bij elkaar en ontmoeten alle communities.” Die manier van werken is een groot verschil met de Haagse of Europese politiek, vertelt Lousewies: “We worden weleens gebeld door een lobbyist, maar dat heeft eigenlijk geen zin. Onze invloed is zeer beperkt.”
Toezicht op een unieke organisatie

Wat doet de board van ICANN nog meer? Het werk is te vergelijken met dat van een normale raad van commissarissen, vertelt Lousewies. “Naast onze betrokkenheid bij de meetings, controleren we de organisatie, keuren de financiën goed en sturen de CEO aan. Maar dan wel een hele bijzondere organisatie. ICANN heeft een unieke taak in de wereld en is op een unieke manier georganiseerd: democratisch, open en bottom-up. Alle beslissingen komen vanuit de stakeholders, niet vanuit het bestuur. Dit is vanuit politicologisch oogpunt erg interessant. De openheid is adembenemend. Iedereen kan echt overal bij zijn. Dat past natuurlijk bij de grondslagen van het internet. Maar ook bij deze tijd. Ik zou zo’n model wel meer willen zien in de wereld.”
Iedereen betrekken
De unieke organisatievorm zien we terug in de strategie van ICANN. Lousewies: “Van groot belang is ‘outreach’. We proberen zoveel mogelijk mensen bij het proces te betrekken. Iedereen die interesse heeft kan komen kijken en meedoen. Dat is ook nog eens heel gezellig. Natuurlijk zijn sommige meetings erg technisch. Maar je komt veel bevlogenheid en idealisme tegen. Veel mensen met wie je heel goed een biertje kunt drinken.” Maarten sluit zich daar van harte bij aan: “De volgende ICANN meeting is in Kopenhagen. Als je met een paar man een auto deelt, ben je er zo vanuit Nederland. Tegen iedereen die dit interview leest, zou ik dus willen zeggen: kom ook en get involved!”
Een parttime job
Boardmembers zijn niet fulltime bezig met het reilen en zeilen bij ICANN. “De bedoeling is dat je er 2 dagen per week in stopt,” vertelt Lousewies. “In de praktijk is dat eigenlijk altijd meer. Voor mij gold dat zeker, omdat alles nieuw was. Als lid van de board voer je heel wat telefoongesprekken, je moet veel mails en rapporten lezen. De ICANN-meetings zijn 12 dagen lang en die zijn 3 keer per jaar. Daarnaast zijn er nog zo’n 3 weken aan andere bijeenkomsten. Zolang ik als zelfstandig consultant werk en een flexibele man heb, gaat het wel.” De hoeveelheid werk kwam voor Maarten niet als een verrassing. “Ik heb wel aangegeven dat ik er niet meer dan de helft van mijn tijd in kan stoppen. Ik moet dus selectief zijn in wat ik wel en niet oppak.” Een van de zaken die veel tijd in beslag nam, waren de nieuwe statuten die vorig jaar zijn opgesteld. Lousewies: “Soms kwamen er elke minuut tientallen mailtjes binnen. Dat is nu gelukkig weer achter de rug.”
De IANA-transitie
Veruit het grootste dossier van de laatste tijd was de wijziging van het toezicht op de IANA-functies. Dit was jarenlang in Amerikaanse handen. In 2016 ging het toezicht over naar een multistakeholdermodel. Maarten: “Er was een enorm grote groep mensen die zich actief met de discussie bemoeide. Op zo’n moment heb je geen tijd voor vakantie of ziek zijn. Dan moet je gewoon door. Het was ook een spannende tijd. Tot het laatste moment waren er rechtszaken die roet in het eten konden gooien. De conservatieve presidentskandidaat Ted Cruz was met een kruistocht bezig. Ik denk niet dat de VS de transitie nu nog terug kunnen draaien, maar je weet nooit. Laten we maar hopen dat het gezonde verstand zegeviert.” Lousewies: “Wat ik heel bijzonder vond, was dat mensen er soms met gestrekt been ingingen, maar na verloop van tijd toch tot elkaar kwamen. De manier van besluitvorming bij ICANN gaat langzaam – alleen een dictatuur is echt snel – maar het resultaat is top. De transitie was bestuurlijk een flinke verandering, maar in praktische zin is er niets veranderd. Geen internetgebruiker in de wereld heeft er iets van gemerkt. Op de dag na de transitie tweette IETF ‘business as usual.’ En zo hoort het!”