De ICT-sector en de overheid gaan samenwerken om kinderporno op internet te bestrijden. Een van de maatregelen is een aanpassing van de Gedragscode Notice-and-Takedown: deelnemers gaan content die door het Expertise Bureau Online Kindermisbruik wordt aangeduid als kinderporno verwijderen. EOKM-voorzitter Arda Gerkens vertelt er meer over.
![Portret van Arda Gerkens](http://images.ctfassets.net/yj8364fopk6s/6xgl7zGNlIvW2ODT96TSx8/4464f06bf511cdc8ec4f3eaa20582750/Arda-Gerkens-520x520.jpg?w=400&fl=progressive)
Het Expertise Bureau Online Kindermisbruik (EOKM) is de nieuwe naam van het Meldpunt Kinderporno. “We zijn gestart in 1995,”vertelt Gerkens. “Toen nog letterlijk op een zolderkamer, met één persoon achter een computer. Sindsdien is het langzaam gegroeid. Langzaamaan kwamen er meer mensen bij, meer aandachtspunten. Enkele jaren terug hebben we de organisatie geprofessionaliseerd en onze naam veranderd.” SIDN stond de organisatie al die tijd bij. Gerkens: “De samenwerking met SIDN is fantastisch. Niet alleen zijn ze onze grootste sponsor, maar we kunnen ze ook altijd bellen voor hulp of goede raad. Ze nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid heel serieus. Daar ben ik echt enorm blij mee.”
Zwaar werk
Wie online kinderporno tegenkomt, kan dit melden aan het EOKM. Zij beoordelen de beelden, verzorgen de melding aan de politie en vragen aanbieders om de content te verwijderen. “Inhoudelijk is het zwaar werk,” vertelt Gerkens. “Langer dan 4 uur per dag kun je dit werk niet doen. En na een paar jaar moet je er gewoon mee stoppen. Anders krijg je wel een heel wrang mensbeeld.”
Eindelijk meer aandacht voor online kindermisbruik
Al jaren stijgt het aantal url’s dat het EOKM bekijkt. In 2016 waren het er 100.000, in 2017 zo’n 155.000 en afgelopen jaar weer tientallen procenten meer. Gerkens: “We roepen dan ook al jaren dat online kindermisbruik meer aandacht moet krijgen. We zijn heel blij dat minister Grapperhaus er een prioriteit van maakt. Hij zorgt voor veel energie en nieuwe ideeën.” Dit resulteerde in het programma Children Safe On Internet, waarin overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijven samenwerken.
Een uitbreiding van de Gedragscode Notice-and-Takedown
Eén van de maatregelen in het programma Children Safe On Internet is een uitbreiding van de Gedragscode Notice-and-Takedown. De code maakt het mogelijk om materiaal dat evident onrechtmatig is, snel te verwijderen. In eerste instantie wordt dan de eigenaar van de website aangesproken. Geeft die niet thuis, dan wordt de hoster gevraagd om de content te verwijderen. Lukt dat ook niet, dan komt men terecht bij de registrar. In de overigens zeer beperkte gevallen dat het materiaal onder een .nl-domeinnaam staat, kan in laatste instantie ook SIDN nog de domeinnaam onvindbaar maken.
De moeilijkheid zit hem in de voorwaarde ‘evident onrechtmatig’. Dat is soms lastig vast te stellen. Bij kinderporno komt daar nog bij dat het strafbaar is om het te bekijken en je dat als provider ook helemaal niet wilt. In de praktijk wordt daarom door bijna alle providers al jaren op het oordeel van het EOKM vertrouwd. Dit wordt nu expliciet gemaakt, vertelt Gerkens. “Er is een addendum aan de code toegevoegd. Alle partijen die de code onderschrijven, vertrouwen nu op ons oordeel. Als wij aangeven dat bepaalde beelden gezien kunnen worden als kinderporno, dan zorgen zij dat het verwijderd wordt. Dit geeft ons een grote verantwoordelijkheid. Die nemen we heel serieus.”
Verwachtingen managen
Binnen de werkgroep Notice-and-Takedown is uitgebreid gesproken over de aanpassing van de code, vertelt Gerkens. “Maarten Simon van SIDN is de voorzitter van de werkgroep. Ik vond dat hij dat heel goed deed. Hij kent de industrie en wist vooral de verwachtingen heel goed te managen. Wat wenselijk is, is niet altijd werkbaar. Ik ben heel tevreden met het addendum dat er nu ligt.”
Bad hosters
Deelname aan de Notice-and-Takedown-code is vrijwillig. Helaas werken niet alle hosters hieraan mee, vertelt Gerkens. “Deze zogenaamde bad hosters bieden vaak ook serverruimte aan andere soorten illegale content, zoals advertenties voor drugs of wapens. Helaas is dit een verdienmodel. Op dit moment kunnen we nog weinig doen om zulke partijen mee te laten werken. De minister kijkt echter ook naar bestuursrechtelijke maatregelen. In de toekomst kunnen ze waarschijnlijk fikse boetes verwachten als content niet verwijderd wordt. Voor zulke boetes zijn ze gevoelig.”
Technische maatregelen
Naast de aanpassing in de Notice-and-Takedown-code maken ook een aantal technische ontwikkelingen het makkelijker om kinderporno aan te pakken. Een voorbeeld is het hashdata-project waar het EOKM mee bezig is. Gerkens: ”De politie voorziet ons van een database met hashes, een soort vingerafdrukken van foto- en videomateriaal. Die geven we aan bedrijven. Daarmee kunnen ze checken of ze kinderpornografisch materiaal op hun website hebben staan, zonder het materiaal zelf te hoeven bekijken.” Toch denkt Gerkens niet dat we online kinderporno ooit kunnen uitbannen. “Maar we kunnen het wel veel, veel moeilijker maken om het te verspreiden.”