Al jaren lezen we over de opkomst van het internet-of-things. Over concrete toepassingen lezen we minder. Toch wist het Nederlandse The Things Network met betrekkelijk weinig moeite een open source netwerk te bouwen waarop verschillende toepassingen succesvol draaien. Oprichter Wienke Giezeman: “Over 5 jaar zijn we wereldwijd dekkend.”
Veel bereik, weinig vermogen

Wienke Giezeman komt in 2015 voor het eerst in aanraking met LoRaWAN, wat staat voor Long Range Wide Area Network, een netwerktechniek die uitermate geschikt is voor het internet-of-things. Hij is direct verkocht. “LoRaWAN is bedoeld voor apparatuur die niet constant een internetverbinding nodig heeft, maar wel af en toe wat data moet doorgeven. Het batterijverbruik is laag, het bereik groot en de bandbreedte beperkt. Ideaal voor objecten als wegen, lantaarnpalen, vuilnisbakken. Daar komt bij dat het plaatsen van de benodigde netwerkapparatuur, de gateways, erg goedkoop is.” Samen met zijn zakenpartner Johan Stokking besluit hij zich in te zetten voor een wereldwijd dekkend netwerk van deze gateways. Dit is het begin van The Things Network.
Dichtbij huis beginnen
The Things Network start in Amsterdam. “In slechts 6 weken zorgden we ervoor dat de hele stad dekking had. Hiervoor waren niet meer dan 10 gateways nodig. Dit initiatief kreeg veel aandacht, onder meer op het 8-uur journaal. En al snel sloten partijen uit de hele wereld zich aan.“ In 2015 is The Things Network een van de eerste partijen die financiële ondersteuning krijgt van het SIDN fonds. “Ik was erg blij met dit steuntje in de rug. We waren net 2 maanden bezig toen we een aanvraag deden. De bijdrage hielp ons onder meer om die opstartfase door te komen. Ook bekostigden we er een campagne op Kickstarter mee." De crowdfunding-campagne zorgt voor een flinke toename van het aantal deelnemers en gateways. Ondertussen is The Things Network actief in 300 steden en 70 landen. Bijna 6.000 leden participeren.
Toegankelijk voor iedereen
The Things Network is niet het enige netwerk voor het internet-of-things. Er zijn meer technieken op de markt die vaak door commerciële bedrijven worden aangeboden. “Wij onderscheiden ons doordat ons netwerk vrij toegankelijk is. Software en hardware zijn open source. Omdat het zo laagdrempelig is, kan iedereen ermee aan de slag. Dit stimuleert innovatie en verkleint het risico op een lock-in: ongewenste afhankelijkheid van één fabrikant of techniek. Wij verdienen geld door de verkoop van hardware en consultancy. En aan management services, het beheer van het systeem. “
Naar organische groei
The Things Network streeft naar een wereldwijd dekkend netwerk. Vrij toegankelijk voor iedereen ter wereld. “Dat doel zullen we binnen 5 jaar halen. De toepassingen op het netwerk die op dit moment worden ontwikkeld, brengen andere gebruikers op ideeën. En zo zorgen voor organische, duurzame groei.” Over interesse heeft The Things Network niet te klagen. “Zowat alle IT-integrators zijn bezig met het internet-of-things. Bestaande netwerkdiensten worden een commodity, waardoor de winstmarges onder druk staan. Het internet der dingen wordt gezien als een enorme kans.”
Toepassingen voor slimme steden
Hoewel de gemiddelde consument er nog weinig van merkt, zijn er al heel wat toepassingen van het internet-of-things, vertelt Wienke. “In Amsterdam heeft men moeite om bij grote regenbuien het water te verwerken. Men gebruikt het internet-of-things om slimme waterbuffers aan te sturen. In Buenos Aires heeft men een toepassing die waarschuwt voor bosbranden. In meerdere plaatsen zijn applicaties die lucht- of waterkwaliteit meten en waarschuwen als die een bepaalde grens bereiken. Een Nederlandse toepassing laat truckers weten waar vrije parkeerplaatsen zijn.” Ook in de industrie wordt het LoRaWAN-netwerk steeds meer gebruikt. “De haven van Amsterdam heeft apparatuur geïnstalleerd die beschadigingen aan de kades meet. Doordat dit automatisch wordt doorgegeven, weet men direct wanneer en waar onderhoud nodig is.” Van al deze toepassingen merkt de gemiddelde burger slechts indirect iets: de service van bedrijven en overheden verbetert of wordt goedkoper. “We richten ons nu vooral op de smart city. Toepassingen voor het smart home maken veel meer gebruik van bluetooth. We kijken daar wel naar, maar daar ligt nu niet de focus.”
De discussie over privacy
Voorspellingen gaan uit van wereldwijd 20 miljard connected devices in 2020. Maar voordat het internet-of-things echt doorbreekt, moeten er nog wel wat vragen over privacy worden beantwoord.” Als je op straat loopt, ben je voor iedereen zichtbaar. Is opgemerkt worden door meetapparatuur net zoiets? Moeten mensen voor een opt-out kunnen kiezen? En zo ja, wanneer en hoe moeten ze dit dan aangeven? De bestaande wetgeving geeft te weinig antwoorden op dit soort vragen. Er zal een maatschappelijke discussie moeten plaatsvinden. De Piratenpartij en Bits of Freedom zijn hierin op dit moment het meest actief. Voor ons maakt het niet veel uit wat de uitkomst van de discussie wordt, als hij maar gevoerd wordt. Wij hebben goed contact met alle partijen op dit vlak.”
Meer op de SIDN Relatiedag
Wienke Giezeman is een van de sprekers op de Relatiedag van SIDN, die op 1 december wordt gehouden in Utrecht. Hij gaat daar onder meer in op de businesskansen die het LoRaWAN-netwerk biedt aan hosters.