SIDN draait secundaire DNS-dienst voor Curaçaose .cw-topleveldomein
Hosting op de anycastinfrastructuur vergroot snelheid en robuustheid
Hosting op de anycastinfrastructuur vergroot snelheid en robuustheid
SIDN draait sinds kort een secundaire DNS-dienst voor het Curaçaose .cw-topleveldomein. Daarvoor maken we gebruik van onze nieuwe anycastinfrastructuur [1, 2]. Deze technologie maakt het mogelijk om meerdere servers op verschillende locaties per IP-adres in te richten voor een snelle en stabiele back-upomgeving
"We verzorgen een vergelijkbare secundaire DNS-dienst ook voor respectievelijk de Franse en Deense topleveldomeinen .fr en .dk," vertelt SIDN’s Infrastructure & Security Architect Marc Groeneweg, "zij het dat deze 2 domeinen nog niet op de anycastinfrastructuur zitten."
De primaire domeinen .politie, .amsterdam en .aw (die laatste voor Aruba) waren – samen met de .nl-zone – de eerste domeinen die naar de anycastinfrastructuur zijn overgezet. Maar in deze gevallen is deze dienst onderdeel van een complete RSP-propositie, waarbij SIDN als Registry Service Provider fungeert en de hele technische operatie voor een domein verzorgt.
Die RSP-diensten worden relevanter nu ICANN van start is gegaan met een nieuwe ronde voor het aanvragen van nieuwe topleveldomeinen. Dit voorjaar kondigden Dotlocal en SIDN een samenwerkingsverband aan om topleveldomeinen voor Nederlandse regio's en bedrijven te registreren. Daarbij neemt Dotlocal de marketing en organisatie voor zijn rekening, terwijl SIDN de onderliggende infrastructuur verzorgt. "Voor ons is de toevoeging van een nieuw topleveldomein aan onze anycastinfrastructuur makkelijk," zegt Groeneweg; "een kwestie van de configuratie aanpassen die elke week opnieuw uitgerold wordt."
De primaire infrastructuur achter het .cw-domein zit op dit moment in een transitie, zo vertelt Leendert Pengel, manager van het Center for Digital Learning bij de Universiteit van Curaçao dr. Moises da Costa Gomez (UoC) en verantwoordelijk voor het .cw-domein. "We hadden een acuut probleem met onze continuïteit toen de leverancier van de IPAM appliance waarop onze primaire DNS draait aangaf dat hun ondersteuning ophoudt." Hoewel de .cw-zone minder dan 1000 domeinnamen groot is, bevat deze ook namen van allerlei overheidsorganisaties, financiële instellingen, het onderwijs, en lokale en internationale bedrijven.
"Onze contacten met SIDN gaan terug tot 2010, toen ik Roelof Meijer [de directeur van SIDN] voor het eerst sprak op een ICANN-bijeenkomst. Destijds zaten we ook al in een transitie: die van het inmiddels uitgefaseerde .an-topleveldomein (voor de Nederlandse Antillen) naar het .cw-domein. SIDN nam toen de technische operatie van het Arubaanse .aw-domein op zich, en wij zijn contact blijven houden om te zien waar we eventueel samen konden werken of de infrastructuur van SIDN konden gebruiken."
"Destijds hebben wij voor de .cw-zone onze eigen systemen die ook in gebruik waren voor de .an-zone ingezet," vervolgt Pengel. "Daarvoor werkten we samen met het toenmalige UTS, dat ook de internetinfrastructuur voor de UoC verzorgde. Na de overname van UTS door access- en hostingprovider Flow en het bereiken van de end-of-life van ons primary-serversoftwaresysteem, hebben we met deze secundaire DNS-dienst bij SIDN nu de eerste stap gezet naar een robuuster .cw-domein."
"Op dit moment werken we aan de opzet van andere secundaire servers voor de .cw-zone. Deze komen naast die op de UoC bij het lokale 'Blue NAP Americas'-datacenter te draaien, maar we hebben ook al andere secundaire servers op locaties buiten het eiland draaien. Tegelijkertijd overwegen we om nieuwe secundary servers op te zetten in de datacenters van Flow en Digicel. Dat alles moet voor het einde van dit jaar afgerond zijn. Daarmee zijn we dan ook gelijk voorzien van IPv6- en DNSSEC-diensten."
"Tot nu toe hebben we hoofdzakelijk gebruikgemaakt van de internetinfrastructuur van de UoC en Flow," vertelt Pengel. "Met de geplande en al uitgevoerde veranderingen werken wij naar een robuuster aanpak waarmee wij blijven voldoen aan de accountability-afspraken met ICANN. We hebben de ambitie om partner te zijn in het initiatief van Blue NAP Americas Datacenter voor het opzetten van een Digitale Hub voor de Caraïben en daarmee meer commerciële hostingactiviteiten naar het lokale datacenter te halen. Maar voordat we dat kunnen promoten, willen we eerst onze basisinfrastructuur helemaal geactualiseerd hebben."
"Bovendien verwachten zakelijke gebruikers naast een robuuste infrastructuur ook een moderne en veilige administratieve omgeving voor het beheer van hun eigen domeinnamen (een DNS-managementoptie). Met de vervanging van de primaire DNS gaan we ook naar een moderne dienstverlening waarbij domeinnaamhouders hun aanvragen en beheer zo veel mogelijk zelf online kunnen doen. Daarnaast zijn we voor de hosting naast de bestaande samenwerking met Flow een partnerschap aan het formuleren met Blue NAP Americas Datacenter."
"De aardbeving op Haïti heeft mij in het verleden laten zien hoe belangrijk redundancy met goed bereikbare secundaire servers is," besluit Pengel. "Hun hele telecommunicatie-infrastructuur was verwoest, maar het .ht-domein is toen niet uit de lucht gegaan."