Nederland lijkt aan inhaalslag op IPv6 te zijn begonnen

Nog wel lange weg te gaan

De afgelopen jaren is het gebruik van IPv6 wereldwijd duidelijk in een stroomversnelling gekomen. Die groei leek het afgelopen half jaar echter wat af te vlakken. Maar als we de laatste statistieken van Facebook mogen geloven, is Nederland inmiddels aan een inhaalslag begonnen. Waar hun grafiek voor de wereldwijde adoptie nagenoeg tot stilstand is gekomen, laat die specifiek voor Nederland over het afgelopen half jaar juist een sterkere groei zien.

Volgens de metingen van Google groeit de adoptie van IPv6 gestaag door. Het wereldwijde aandeel van gebruikers die via IPv6 bij hen binnenkomen, zit nu net onder de 30 procent. En ook de AMS-IX meet een doorlopende groei van het IPv6-verkeer.

Sterke afvlakking

De statistieken van Facebook laten een vergelijkbare ontwikkeling zien, zij het dat de groei in het wereldwijde IPv6-gebruik volgens hen het afgelopen jaar sterk afvlakte. Dat is een trend die we al eerder signaleerden. Daarbij hebben we ook nieuwe initiatieven om de adoptie van IPv6 hier te stimuleren besproken: de gezamenlijke ondertekening van de Intentieverklaring IPv6 door verschillende overheidsorganisaties, leveranciers en providers, en de IPv6 workshops van onszelf. Kijken we naar de statistieken van Facebook specifiek voor Nederland, dan zien we over het laatste half jaar juist een snellere stijging dan voorheen. Dat geeft ons de hoop dat deze inspanningen hun eerste vruchten beginnen af te werpen.

Inhaalslag

Dat we die inhaalslag maken is dringend nodig ook. We publiceren hier regelmatig over het achterblijven van de IPv6-adoptie in Nederland ten opzichte van de landen om ons heen [1, 2]. Bovendien is de IPv4-adresruimte inmiddels daadwerkelijk uitgeput [1, 2, 3]. Volgens Google zit het aandeel IPv6 aan gebruikerszijde hier nu op 26 procent. Dat is weliswaar bijna een verdubbeling ten opzichte van een jaar geleden (zie ook de grafieken van de KPN- en Ziggo/Vodafone-netwerken hieronder), maar ondertussen zijn de ontwikkelingen bij onze buurlanden natuurlijk ook verder gegaan. Dat we al met al nog steeds in die achterstandspositie verkeren is goed te zien op onderstaand kaartje van Google en in bijbehorende tabel. Vooral België en Duitsland doen het heel erg goed met respectievelijk 57 en 50 procent. Daarmee behoren deze 2 landen tot de wereldwijde koplopers.

Land

Adoptiepercentage

België

57%

Duitsland

50%

Frankrijk

42%

Luxemburg

41%

Verenigd Koninkrijk

30%

Opvallend genoeg stonden wij 10 jaar geleden zelfs helemaal bovenaan in de ranglijst van landen met de meeste IPv6 Autonomous Systems. In deze animatie van RIPE NCC kun je zien hoe we de afgelopen jaren in die lijst door andere landen zijn ingehaald, vooral omdat we zelf stil zijn blijven staan.

Debogoniseren

Onlangs meldde RIPE NCC ook dat het inmiddels daadwerkelijk is begonnen met het uitdelen van IPv6-blokken uit de nieuwe 2a10::/12 adresruimte. Vorige zomer schreven we al over de toekenning van deze prefix aan RIPE NCC door IANA. De tussenliggende periode heeft RIPE NCC gebruikt om te verifiëren dat de routering van de nieuwe adresruimte goed functioneert. Bij dit zogenaamde debogoniseren werd gekeken hoeveel verkeer er ‘spontaan’ op de hele adresruimte werd afgevuurd, of route-informatie juist werd gepropageerd, en of testadressen inderdaad via ping te benaderen waren. De uitkomsten hiervan waren positief, waarmee RIPE NCC kon overgaan tot de ingebruikstelling van de nieuwe adresruimte.

Geen mislukking

In deze blog post beschrijft netwerkspecialist Iljitsch van Beijnum de adoptie van IPv6 over het afgelopen decennium. In een tweede post spreekt hij zich bovendien positief uit over de huidige stand van zaken: met een deployment van meer dan 25 procent kun je IPv6 al geen mislukking meer noemen. Volgens Van Beijnum is er protocol-technisch zo weinig verschil tussen IPv4 en IPv6 dat een tekort aan IPv4-adressen de enige reden is om naar IPv6 over te stappen. Op het IPv4-netwerk kun je immers alle content vinden, en op het IPv6-netwerk maar een kwart daarvan. Pas als je zelfs na de inzet van lapmiddelen als NAT en CGNAT zelf vastloopt vanwege een gebrek aan IPv4-adressen, is de implementatie van IPv6 zakelijk gezien te rechtvaardigen. "Het is moeilijk anders te concluderen dan dat internet voorlopig een dual-stack netwerk blijft," aldus Van Beijnum, "en dat betekent dat we moeten leren omgaan met de complexiteiten die dat oplevert."

Push

Van Beijnum verwacht dat de volgende push naar IPv6 komt van grote telecom en access providers die grote aantallen gebruikers op IPv6-only hebben zitten. Hun verkeer naar IPv4-only aanbieders moet immers op de NAT64 gateways vertaald worden – iets dat vooral voor multimedia content aanzienlijke verwerkingskracht vereist. Dat betekent dat zij content providers zullen vragen om hun systemen (ook) via IPv6 bereikbaar te maken.