Afgelopen maand publiceerde Boston Consulting Group in opdracht van ICANN het rapport “Connecting the World: Greasing the Wheels of the Internet Economy”. De studie rangschikt de 65 grootste landen ter wereld op basis van de sterkte van hun digitale economie. Daarbij wordt vooral gekeken naar E-Fricties: factoren die wereldwijd de ontwikkeling van de digitale economie belemmeren. Het resultaat is een interessant stuk dat ook in Nederland navolging verdient.
Rapport onderscheidt vier E-Fricties
In het rapport wordt ieder land beoordeeld en gerangschikt op basis van vier E-Fricties. Een lagere score is gelijk aan minder belemmeringen voor digitale economische ontwikkeling. De vier E-Fricties zijn:
Infrastructuur: is toegang tot internet goed geregeld? Functioneert het internet in een land? Deze factor weegt het zwaarst in de uiteindelijke rangschikking. En terecht. Het rapport noemt voorbeelden van landen waar webbouwers hun websites offline bouwen en via een lokaal internetcafé uploaden.
Ondernemingsklimaat: is er voldoende geschoold personeel in een land aanwezig? Is de wet- en regelgeving ingericht op online zakendoen? Hier krijgt de Europese Unie een draai om de oren: de online regelgeving is intern zo versnipperd dat lidstaten onnodig laag scoren.
Individuen: zijn consumenten in een land e-vaardig? Hebben zij toegang tot online betaalmiddelen (bijv. iDEAL)? Hebben wij voldoende vertrouwen in deze betaalmiddelen?
Informatie: is er voldoende content in de eigen taal beschikbaar? Zijn er voldoende op de thuismarkt gerichte websites? Vertrouwen mensen hun regering en durven zij online content te publiceren?
Minder fricties betekent een sterkere digitale economie
De onderzoekers hebben alle 65 onderzochte landen een score toegekend op basis van de bovengenoemde vier criteria. Vervolgens hebben zij de correlatie tussen deze E-Fricties en de omvang van de digitale economie in kaart gebracht. Daarbij wordt de digitale economie uitgedrukt in een percentage van het Bruto Nationaal Product (BNP). De niet-verrassende conclusie: minder frictie betekent een sterkere digitale economie.
Nederland scoort hoog
Nederland staat in de ranglijst van 65 landen op een 9e plaats. Zwitserland en de Scandinavische landen bezetten de topposities. De onderzoekers vermelden Nederland op enkele plaatsen positief in het rapport. Vooral de kracht van ons digitale ondernemingsklimaat en de internetvaardigheid van de bevolking scoren hoog. Nederland scoort volgens de onderzoekers minder hoog op het vierde criterium: informatie (16e). Opvallend, want tot de criteria behoort onder meer de penetratie van de nationale ccTLD en die is in Nederland juist hoger dan waar dan ook in de wereld. Een verklaring wordt hiervoor niet gegeven.
Resultaat blijft subjectief
Indirect is de studie een pleidooi voor netneutraliteit en open internet. Beleidsmakers moeten voorzichtig zijn in het reguleren van de digitale economie en zich concentreren op onderwijs en de digitale infrastructuur. Zoals iedere studie van deze omvang, is er ook op de methodiek van deze studie het nodige aan te merken. Zo hanteren de onderzoekers een eigen definitie van het begrip digitale economie en lijken de kleine verschillen in E-Fricties binnen de top-10 nauwelijks significant.
Goed om in Nederland te doen
Hoewel Nederland al goed scoort en de verschillen met de rest van de top-10 klein zijn, zou het goed zijn om de resultaten voor Nederland eens wat verder uit te diepen. Wat doen wij nu echt goed? Waar liggen nog kansen? Met 65 onderzochte landen blijft de huidige studie net te oppervlakkig om daar uitspraken over te doen. Wie voelt zich geroepen?
Download het rapport 'Connecting the World: Greasing the Wheels of the Internet Economy'.