"IPv6 de enige optie voor houdbare groei"
Verdere deling van IPv4-adresruimte dreigt het internet uiteen te laten vallen
Verdere deling van IPv4-adresruimte dreigt het internet uiteen te laten vallen
Het IPv4-tijdperk is definitief ten einde. Het originele internet is verworden tot een asymmetrische infrastructuur die alleen nog maar client-server toepassingen aankan. Het dreigt uiteen te vallen in afzonderlijke onderdelen bij verdere deling van de IPv4-adresruimte. Nieuwkomers als Freedom Internet hebben grote moeite om een volwaardige klantpropositie aan te bieden vanwege de daarvoor benodigde investeringen in IPv4. En uit het feit dat de efficiëntie in de uitnutting van de IPv4-adresruimte al twee jaar daalt, blijkt dat nieuwe technische en organisatorische maatregelen niets meer opleveren.
De vernieuwing van infrastructuur en de invoering van nieuwe technologieën zijn volgens RIPE NCC bij uitstek gelegenheden om ook IPv6 te implementeren. Denk bij dat laatste aan 5G en IoT. Daarnaast moet de opkomst van IPv6-only hosts in regio's waar IPv4-adressen helemaal niet meer beschikbaar zijn de adoptie van IPv6 in de rest van de wereld aanjagen.
Nadat RIPE NCC eind november daadwerkelijk het allerlaatste IPv4-adres uitdeelde, rest hun leden alleen nog de wachtlijst. Alleen leden (LIR's) die nog nooit eerder een IPv4-adresblok van RIPE NCC hebben gekregen, kunnen via die lijst eenmalig een /24 blok bestaande uit 256 adressen toegewezen krijgen. Die adressen zijn afkomstig uit blokken die bij RIPE NCC terugkomen, bijvoorbeeld omdat de betreffende eigenaar failliet is gegaan of om andere redenen zijn adressen niet meer gebruikt. Teruggegeven IPv4-adressen worden na een quarantaineperiode van zes maanden opgenomen in de recovery pool voor nieuwe uitgifte. De verwachting van RIPE NCC is dat het aantal adressen dat op deze manier beschikbaar komt heel beperkt is. Hoofd externe relaties Chris Buckridge spreekt daarom niet meer van een pool maar van een plas. Volgens hem komen er dit kwartaal ongeveer 256 duizend IPv4-adressen via de recovery pool beschikbaar.
Zoals je in onderstaande grafiek kunt zien, zijn er op dit moment echter geen nieuwe wachtenden voor zo'n /24 adresblok. Dat is ook niet zo gek als je weet dat het lidmaatschap van RIPE NCC € 2.000,- bij aanvang en daarna € 1.400,- per jaar kost. Toen je voor dat geld nog een /22 blok (bestaande uit 1.024 adressen) kon aanvragen, was het nog de moeite waard om daarvoor een nieuwe juridische entiteit op te richten.
Met een marktprijs die tussen de 20 en 25 dollar per stuk ligt, blijkt die wachtlijst niet interessant meer. Onderzoeker Rene Wilhelm sprak eerder de verwachting uit dat het opgeblazen ledenaantal van RIPE NCC de komende twee jaar met 4.500 daalt.
Ondanks de beschikbaarheid van IPv4-adressen op de vrije markt, vormt de prijs een barrière voor nieuwkomers. Volgens Anco Scholte ter Horst, de CEO van Freedom Internet, is het kopen van de tienduizenden IPv4-adressen die ze nodig hebben om van start te kunnen gaan met een volwaardige dual-stack-propositie voor hun klanten veel te duur. Lukt het niet om iets anders te regelen, dan zal Freedom die adressen voorlopig moeten leasen.
Volgens een analyse van Geoff Huston, Chief Scientist bij APNIC (de RIR voor de Asia-Pacific regio), hebben we een fundamentele concessie moeten doen om niet vast te lopen op ons huidige IPv4-gebaseerde internet. Waar het originele Internet Protocol geen enkel onderscheid maakt tussen de aangesloten systemen en elke host via een uniek IP-adres bereikbaar is, zitten we nu met een gemankeerd internet dat voor het grootste gedeelte alleen nog client-server verbindingen ondersteunt. Clients achter (CG)NAT zijn immers niet meer bereikbaar voor de buitenwereld. Consequentie is dat toepassingen die afhankelijk zijn van peer-to-peer verbindingen niet (goed) meer werken. Het gaat dan om multi-player games, VoIP/WebRTC calls, en gedistribueerde netwerktoepassingen als BitTorrent, cryptocurrency-netwerken en Tor. Ook het hosten van eigen diensten – denk aan een website of een Nextcloud-server – is er op deze manier niet meer bij. Wat we ervoor terugkregen is een netwerk waarop wel meer dan 20 miljard apparaten zijn aangesloten, terwijl het aantal actieve IPv4-adressen ongeveer 2 miljard bedraagt.
Het idee destijds bij het vrijgeven van IPv4-adresblok transfers, was dat hiermee een markt zou ontstaan waarin de schaarse IPv4-adressen daar terecht zouden komen waar ze de grootste economische waarde hebben. Bovendien voorkwam deze maatregel dat RIPE NCC het zicht zou verliezen op wie welke adressen in bezit heeft. Volgens Huston steeg het aantal ongebruikte (dat wil zeggen: niet geadverteerde en dus niet gerouteerde) IPv4-adressen de afgelopen twee jaar juist, in plaats van dat het daalde. Dit geldt niet alleen in absolute maar ook in relatieve zin (ten opzichte van het totale aantal toegekende IPv4-adressen), waarmee de efficiëntie in het gebruik van de IPv4-adresruimte is afgenomen.
Daarnaast blijkt dat IPv4-adresblokken bij transfers opgesplitst worden in gemiddeld negen kleinere blokken. Dat heeft vanzelfsprekend consequenties voor de grootte van de routeringstabellen. Omdat het aantal nieuwe (kleinere) blokken gecreëerd sinds 2012 minder dan 10 procent is van het totale aantal uitgegeven blokken, is de impact hiervan volgens Huston geen probleem. Kijken we tenslotte naar het aantal toegekende IPv4-adressen per capita, dat wil zeggen het aantal adressen per inwoner, dan staat Nederland met een score van 2.9 na de Verenigde Staten, Zweden en Noorwegen op een vierde plek (als we een paar eilandstaatjes en het Vaticaan even vergeten). Hoewel we in Nederland veel meer internet-infrastructuur hebben draaien dan in andere Europese landen, worden met behulp van SNI ook aan webserver-zijde de IPv4-adressen gedeeld.
Hoewel het voor de hand liggend is dat de toenemende schaarste van IPv4-adressen de adoptie van IPv6 versnelt, spreekt RIPE NCC ook zijn zorgen uit over andere mogelijke toekomstscenario's. Zo bestaat volgens Huston de kans dat het huidige internet overgaat van asymmetrisch naar gefragmenteerd door het almaar verder delen van de IPv4-adresruimte. Hij hoopt dat de opkomst van IPv6-only hosts leidt tot de verdere adoptie van IPv6. RIPE NCC verwacht dat de prijzen van IPv4-adressen de komende jaren verder stijgen. Zet IPv6 inderdaad verder door, dan komt er ergens een punt waarop IPv4-adressen hun waarde ook weer langzaam verliezen: piek IPv4. Volgens Buckridge is het op dit moment waarschijnlijk nog steeds goedkoper om IPv4-adressen bij te kopen dan om een IPv6-netwerk op een bestaande legacy-infrastructuur uit te rollen.
Voor consumenten die internet alleen voor web, mail, social media en video gebruiken heeft IPv6 geen meerwaarde. Maar in grotere bedrijfsomgevingen blijken naast de schaarste van publieke IPv4-adressen ook de beperkingen van de private 10.0.0.0/8-adresruimte (bestaande uit ruim 16 miljoen adressen) een belangrijke driver voor IPv6 te zijn. Behalve dat die adresruimte voor de grootste internet- en telecombedrijven [1, 2] te klein is, levert die ook botsingen op bij de integratie van netwerken na fusies en overnames. IPv6 is volgens Marco Hogewoning, technisch adviseur bij RIPE NCC, de enige optie voor houdbare groei. Vooral omdat het de toegang tot de markt voor nieuwkomers verbetert en de verschillen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden verkleint. Volgens Hogewoning zijn er grote risico's verbonden aan het behandelen van IPv4 als een asset en moeten we onze afhankelijkheid ervan zo snel mogelijk afbouwen. Overgangen naar nieuwe technologieën zijn dan bij uitstek een gelegenheid om ook IPv6 te implementeren. Hij ziet 5G en IoT dan ook als belangrijke drivers voor de adoptie van IPv6.