Deense registry lanceert succesvolle kloon van Internet.nl
Nieuwe portal runt 100 duizend tests in drie maanden tijd
Nieuwe portal runt 100 duizend tests in drie maanden tijd
DK Hostmaster, de Deense registry voor het .dk-landendomein, is het afgelopen najaar van start gegaan met een eigen versie van Internet.nl. Denen (en anderen) kunnen hier terecht om hun webdomeinen, maildomeinen en internetverbindingen te testen op het gebruik van moderne internetstandaarden: https://sikkerpånettet.dk/. Internet.nl is een initiatief van het Platform Internetstandaarden, waarin ook SIDN deelneemt. Zelf gebruiken we Internet.nl vaak om even te checken hoe potentiële leveranciers ervoor staan. Als zij hun basisinfrastructuur op orde hebben, zegt dat veel over een bedrijf, zeker als het om een leverancier van online diensten gaat. Zo kun je Internet,nl niet alleen gebruiken om je eigen domeinen te checken, maar ook om je leveranciers scherp te houden.
De Deense portal is gebaseerd op de opensourcecode van Internet.nl. Maar waar Internet.nl meer een technisch publiek aanspreekt, hebben de Denen het front-end zo gebruiksvriendelijk mogelijk willen maken. In aanvulling op de helpteksten bij alle items, bevatten deze ook oplossingen en zijn links naar meer informatie en contacten toegevoegd. Ander belangrijk argument voor een eigen portal in de Deense taal is het benadrukken van de eigen nationale identiteit.
Bovendien heeft DK Hostmaster samen met de nationale partners een uitgebreide promotiecampagne voor de nieuwe portal gevoerd. Op die manier heeft men in de drie maanden van november tot en met januari meer dan 100 duizend tests kunnen uitvoeren. Ter vergelijking: Internet.nl voerde afgelopen jaar 660 duizend tests uit.
Hoewel Internet.nl al in 2015 van start ging, duurde het nog een aantal jaren voordat de broncode als opensourcesoftware voor anderen beschikbaar kwam. Zo vertelt Gerben Klein Baltink, voorzitter van het Platform Internetstandaarden. "Wij hadden vanaf het begin ook een Engelstalige versie van de portal voor een zo groot mogelijk bereik. NLnet Labs, de toenmalige ontwikkelaar van de software, wilde deze graag als opensource publiceren. Maar we hadden een lichte huivering omdat we bang waren dat de software misbruikt zou worden voor DDoS-aanvallen of dat eventuele kwetsbaarheden in onze portal door anderen misbruikt zouden kunnen worden." Doorslaggevend was uiteindelijk dat de tests die Internet.nl aanbiedt niet uniek zijn en ieder afzonderlijk al online beschikbaar waren. Bovendien was er onder andere vanuit Portugal, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland al belangstelling voor hergebruik getoond. En zo zijn er de afgelopen jaren meerdere projecten opgezet op basis van de code van Internet.nl. "De eerste was een proef met een Poolstalige versie in 2017," zegt Klein Baltink. "Deze werd uitgevoerd samen met Poolse onderzoekers en heeft het eerste jaar goed gewerkt. Maar het bezoek van de site bleef beperkt en het onderhoud van de Poolse taal kwam uiteindelijk bij ons op het bord terecht. Ook Luxemburg en Portugal hebben naar Internet.nl gekeken en delen van de code hergebruikt, bijvoorbeeld op webcheck.pt. En vanuit de Afrikaanse internetgemeenschap is gevraagd om hulp bij het opzetten van een eigen kopie van Internet.nl voor het hele continent. Daarover wordt nu met de ministeries van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken gesproken."
Hulp bij het opzetten van klonen van Internet.nl is volgens Klein Baltink geen probleem. Maar het structureel runnen en onderhouden wel: daar is nu simpelweg geen budget voor. De meeste kosten voor het platform zitten in de website, het onderhouden en uitbouwen van de software, en de vraagbaak. Ondanks dat de software als opensource beschikbaar is, heeft dat volgens Klein Baltink nog niet veel concrete bijdragen in de code opgeleverd. "We hebben wel een uitbreiding voor een privacy feature gekregen, maar verder blijft het toch vooral beperkt tot suggesties." De Internet Society (ISOC) gebruikt Internet.nl in zijn presentaties. En Dan York, hun directeur Online Content gebruikt Internet.nl in zijn trainingen. De vragen die daaruit voortkomen lijken genoeg op de Nederlandse vragen om ze erbij te doen. Die kennis komt dan immers ook de gebruikers van Internet.nl ten goede. "In 2019 werd Internet.nl te groot om bij NLnet Labs te blijven hosten," vertelt Klein Baltink. "De server is toen naar Prolocation in Delft verhuisd. Dat is overigens ook waar de Denen hun portal hebben ondergebracht. En sinds begin dit jaar is John Sinteur van Radically Open Security in dienst genomen als programmeur voor de verdere doorontwikkeling van de software."
Zaken die Internet.nl het afgelopen jaar introduceerde betreffen het dashboard waarmee je rapportages met de ontwikkeling over de tijd kunt genereren, en de Hall of Fame voor hostingproviders, waar er inmiddels 25 in staan. Een van de nieuwe features waar men mee bezig is betreft de uitbreiding van de mailtest met wederkerige berichten, waardoor je uitgebreider kunt testen. Daarnaast wordt er nagedacht over het toevoegen van RPKI, een cryptografische beveiligingsstandaard voor het BGP routeringsprotocol, aan de lijst van geteste internetstandaarden. Tenslotte werkt Internet.nl samen met SIDN en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) aan het meten van de adoptie van verschillende standaarden voor verschillende sectoren. Op basis van die uitkomsten zou je dan gerichte campagnes kunnen voeren.
"We zochten binnen het Platform naar een laagdrempelige manier om de adoptie van moderne internetstandaarden onder de aandacht te krijgen en bespreekbaar te maken. Zowel aan directietafels als bij beheerders en leveranciers. Dat is met Internet.nl uitstekend gelukt." Aldus Marco Davids, research engineer bij SIDN Labs en sinds het prille begin betrokken bij Internet.nl. "Je krijgt ook niet zomaar een 100% score in de test. Daar moet je echt wel wat voor doen. De overzichtelijke uitvoer van de test is al vanaf de eerste keer testen een mooie aanleiding tot discussie. Dat juichen we toe, want we zien dat Internet.nl daardoor aantoonbaar bijdraagt aan de adoptie van de geteste standaarden." "Het is heel bevredigend om te zien dat onze aanpak is aangeslagen en zijn vruchten afwerpt. En natuurlijk heel mooi dat dit initiatief nu ook in andere landen wordt omarmd."