De digitale sector op scherp door de nieuwe Auteursrechtrichtlijn

Michiel Steltman van Stichting DINL bereidt bedrijven voor op de invloed van de nieuwe Auteursrechtrichtlijn

Met het definitief aannemen van de nieuwe Europese Auteursrechtrichtlijn op 17 april 2019, is het copyright flink op de schop genomen. De voormalige richtlijn was gebaseerd op offline publicaties en offline media en daardoor achterhaald. Het was noodzakelijk om deze richtlijn aan te passen en in alle landen van de Europese Unie te harmoniseren. Een wijziging die veel vragen en onduidelijkheden met zich meebrengt. Op wie is de nieuwe Auteursrechtrichtlijn van toepassing? Op welke manier kan een bedrijf deze richtlijn implementeren en is die implementatie überhaupt haalbaar en betaalbaar? Michiel Steltman, directeur van Stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL), wil bedrijven in de digitale sector hier zo goed mogelijk op voorbereiden. Tijdens SIDN Connect 2019 vertelt Michiel over de ontwikkelingen binnen de nieuwe richtlijn en benadrukt hij hoe belangrijk het is om als bedrijf mee te doen in het gesprek rondom de richtlijn.

Hyperlinkbelasting en uploadfilters

Een van de onderwerpen was de zogenaamde ‘value gap’. Auteursrechthebbenden vonden het oneerlijk dat platforms als Facebook en YouTube verdienen aan hun content. De platforms stoppen het geld in eigen zak, terwijl dat eigenlijk in de zakken van de auteurs hoort, was hun betoog. Twee jaar lang discussieerden EU-beleidsmakers, auteursrechthebbenden, bedrijven uit de digitale sector en andere betrokken partijen over dit onderwerp. Maar de lobby van de content industrie bleek te sterk en op 17 april 2019 werd de nieuwe Auteursrechtrichtlijn definitief. Dat bracht veel veranderingen én vragen met zich mee.

Michiel Steltman, voorzitter van Digitale Infrastructuur Nederland (DINL)

“De Auteursrechtrichtlijn is onderdeel van de strategie voor de Digital Single Market van de Europese Unie. Hieruit zijn artikel 15 en artikel 17 het interessantst voor de digitale sector, maar beiden zijn enorm controversieel”, legt Michiel Steltman uit. Voorheen werd een platform of hostingbedrijf slechts gezien als de facilitator, die niet aansprakelijk is voor dat wat de gebruikers plaatsen. Met de nieuwe regelgeving is dat niet meer het geval. Beide artikelen bepalen dat auteurs het recht hebben om te onderhandelen over vergoedingen voor het online publiceren van hun content met degenen die als verspreiders ervan worden gezien. Zulke bedrijven zijn nu verantwoordelijk voor de rechtmatigheid van die verspreiding, wat betekent dat zij licenties moeten hebben voor content en daarvoor moeten betalen. Artikel 15 gaat over de zogenaamde ‘linktaks’, een bepaling die je kunt beschouwen als een soort belasting op hyperlinks naar auteursrechtelijk beschermde content die zoekmachines en platforms plaatsen. Artikel 17 voegt daaraan toe dat platforms en providers ervoor moeten zorgen dat er geen auteursrechtelijk materiaal op hun systemen terecht komt. Is dit wel het geval, dan is zo’n bedrijf zelf verplicht om deze content offline te halen, en te zorgen dat het niet meer online kan komen. Dat noemen we ‘notice and stay down’.

Grote gevolgen voor de digitale infrastructuur

Lidstaten moeten de richtlijn nu omzetten naar een uitvoeringswet en die koppelen aan de nieuwe regelgeving. Daarbij lopen ze tegen een aantal problemen aan: Waar liggen de kaders? Waar eindigt een platform en begint een hoster? Welke termen zijn toegestaan in de wetgeving en zijn deze duidelijk genoeg voor bedrijven? Wetgevingsjuristen gebruiken zelden technische termen als ‘hosting’, waardoor het onderscheid tussen verschillende actoren op dit moment niet erg duidelijk is. “Het is mogelijk dat de aanbieders van digitale infrastructuur, na het formuleren van de definities in de uitvoeringswetten, alsnog bedoeld of onbedoeld binnen de scope vallen” vertelt Michiel. “Dat kan betekenen dat ook kleine cloud- of hostingbedrijven grote investeringen moeten doen, bijvoorbeeld het aanschaffen van dure monitoringsystemen voor de algemene filterverplichtingen. Dat levert grote problemen op. Voor kleine bedrijven zijn deze investeringen niet haalbaar en betaalbaar.” Een praktisch gevolg van de wet is dat die averechts werkt voor auteursrechthebbenden, omdat de wetgever de dynamiek van vraag en aanbod niet goed heeft begrepen. “Als sector hebben wij EU-beleidsmakers hiervoor gewaarschuwd”, legt Steltman uit. “Google stelde, terecht, dat zij juist bijdragen aan de verdiensten van auteurs omdat Google hun content indexeert. Google is niet verplicht de links naar de content te plaatsen, dus wanneer dit kosten met zich meebrengt kan Google dat simpelweg nalaten. Je kunt platforms niet verplichten om plaatsen van links als een dienst af te nemen van content providers, en daarvoor te betalen. In Frankrijk, het eerste land met een copyright uitvoeringswet, gebeurt dit nu daadwerkelijk met als gevolg dat content providers klagen dat Google ze censureert. Dat komt doordat er in de zoekopdrachten geen links meer naar hun content verschijnen.”

Advies vanuit Stichting Digitale Infrastructuur Nederland

Stichting DINL zet zich op verschillende vlakken in, om de invoer van de nieuwe Auteursrechtrichtlijn zo soepel mogelijk te laten verlopen. DINL geeft input aan de overheid over het omzetten van de richtlijn in de Nederlandse wetgeving. Ook voert zij gesprekken met de pers en de Tweede Kamer om risico’s en gevaren van de richtlijn toe te lichten. “Ons doel is het voorkomen dat het digitale midden- en kleinbedrijf op enorme kosten wordt gejaagd en maatregelen moet nemen die niet haalbaar zijn”, zegt Michiel. “Als DINL proberen we grote en kleine bedrijven in onze sector bewust te maken van het belang van deze spreekbuisfunctie naar overheid, politiek en pers. Voornamelijk jonge bedrijven hebben soms geen idee dat op die manier hun belangen aan de tafels kunnen komen bij de overheid. Op de lange termijn kan dat die bedrijven miljoenen besparen. Als DINL zijn we daarom aanwezig waar het kan en moedigen bedrijven aan ons daartoe in staat te stellen”, aldus Michiel.

Het belang van publieke zaken

Op dit moment is het aan de lidstaten om een definitie te geven aan de uitwerking van de Auteursrechtrichtlijn. DINL werkt samen met partijen als NL Digital om te zorgen dat de impact van de wetgeving op bedrijven in de digitale sector zo klein mogelijk is. De enige manier waarop bedrijven op dit punt zelf invloed kunnen uitoefenen, is door middel van lobbyen. “Wat ik de aanwezigen tijdens SIDN Connect meegeef, is het belang van publieke zaken in deze kwestie. Hoe er vanuit de wetgeving naar bedrijven wordt gekeken en hoe je daar als (jong) bedrijf tegenin gaat. Mijn doel is om bedrijven te informeren en te waarschuwen voor wat er kan gebeuren, als een bedrijf zich hier niet goed in verdiept”, aldus Michiel.