Corona-app die privacy waarborgt, wint vertrouwen gebruiker
Privacybezwaren ondervangen vereist innovatieve toepassingen
Privacybezwaren ondervangen vereist innovatieve toepassingen
Afgelopen maanden was er veel te doen over apps als middel in de strijd tegen corona. Onlangs maakten ontwikkelaars van de Nederlandse corona-app de eerste ontwerpen bekend op Github. De belangrijkste vraag die de afgelopen maanden speelde en ook bij deze nieuwe corona-app nog steeds relevant is: hoe kun je data van een groot aantal gebruikers verwerken zonder de privacy van die gebruikers te schenden? Deze discussie wordt onder experts op het gebied van e-identity al langer gevoerd. Dit vertrouwensprobleem speelt immers al langer bij online toepassingen en is een belangrijke reden voor SIDN om IRMA te steunen. Welke rol spelen innovaties als IRMA in het oplossen van privacyvraagstukken?
De discussie over apps vertroebelt de werkelijke situatie, want de app is alleen ‘de voorkant’, de interface die je ziet op je telefoon. Achter deze interface gaat een infrastructuur schuil. Dat kan een centrale database van de app-aanbieder zijn, of lokaal, op de telefoon opgeslagen data. Die data goed beveiligen is de sleutel tot het beschermen van de privacy.
Bij een app, zoals de ‘corona-traceer-app’, die draait om gezondheid, is dit extra belangrijk, omdat gegevens over iemands gezondheid bijzondere persoonsgegevens zijn. Die zijn in de wet met extra waarborgen omgeven. Bij het beschermen van die gegevens gaat het echter niet alleen om het juridische aspect. Een succesvolle app staat of valt met actieve participatie, die afhankelijk is van het vertrouwen van potentiële gebruikers, dat de data niet misbruikt wordt.
Een manier om misbruik tegen te gaan is de data niet centraal opslaan, maar in plaats daarvan alleen op de telefoon van de gebruiker. Die telefoon bevat dan een lijst van telefoons die in de buurt van de gebruiker zijn geweest. Is de gebruiker besmet, dan worden de gebruikers van de telefoons die in de buurt geweest zijn daarover geïnformeerd via de app. Als er geen centrale database is, kan deze ook niet misbruikt worden. Het nadeel van deze methode is dat gedetailleerde analyse lastiger is. Met wie is een coronapatiënt precies in contact geweest? Hoe bereiken wij die persoon als hij bijvoorbeeld zijn telefoon kwijt is geraakt?
Toch levert ook zo’n decentrale oplossing weer vraagstukken op, want welke data deel je? Als wij ons op dit moment identificeren, delen wij veel meer informatie dan wij willen. Stel: je laat je paspoort zien bij een slijterij om te bewijzen dat je boven de 18 bent. De gevraagde informatie is heel summier, maar door je paspoort te laten zien verstrek je onnodig veel meer informatie.
Daarom zijn er toepassingen ontwikkeld die het mogelijk maken alleen het absoluut noodzakelijke te delen. IRMA is een voorbeeld van een identificatie- en authenticatietoepassing waarmee dit kan. De gebruiker heeft zijn eigen informatie van tevoren geauthentiseerd en vastgelegd op zijn telefoon. De telefoon deelt alleen dat deel van de informatie dat echt nodig is (‘ja deze persoon is ouder dan 18’)? Mede daarom hebben diverse app-ontwikkelaars hun concept-app al gekoppeld aan IRMA.
Wat nog wel openstaat is welke informatie dan écht nodig is. Deel je bijvoorbeeld in een ‘corona-app’ alleen dat iemand in contact is geweest met een besmet persoon? Of voeg je ook locatie, tijdstip en duur van het contact toe? En wil je aangeven sinds wanneer de persoon symptomen vertoont? Met IRMA kan de gebruiker zelf restricties aangeven.
IRMA is geen wondermiddel, maar dit soort toepassingen kunnen gebruikers het vertrouwen geven dat hun data goed gebruikt wordt. Daarnaast verhogen ze de kans dat een eventuele app ook daadwerkelijk gebruikt wordt. Ook in de toekomst. Zelf uitproberen? Download de IRMA-app of kijk op onze website voor meer informatie.