De opkomst van het internet heeft onze samenleving drastisch veranderd. Het internet heeft zich in ons dagelijks leven genesteld en zorgt ervoor dat we oneindig veel data kunnen uitwisselen. Deze data kenmerkt zich door unieke karakteristieken. Dit, in combinatie met de snel veranderende technieken, dreigt ervoor te zorgen dat er veel data verloren gaat. Om ons digitaal erfgoed te bewaren, bewaken en reconstrueren is het Amsterdam Museum in samenwerking met de Waag Society, het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en de Universiteit van Amsterdam, in 2016 gestart met het project ‘De Digitale Stad Herleeft’.

Maar niet alleen deze knappe koppen betekenen iets voor het behoud van ons digitaal erfgoed, ook jij kunt je steentje bijdragen. Tjarda de Haan is webarcheoloog, creative director bij en eigenaar van Bits and Bytes United en een van de initiatiefnemers van het DDS-project. Ze legt uit hoe jij jouw persoonlijke erfgoed kunt behouden en vertelt over het belang van webarcheologie en de toekomst.
De allerjongste kleilaag
“Data vormen de nieuwe klei, scripts de nieuwe schoppen en het web is de allerjongste kleilaag die we gaan ontginnen. Webarcheologie is een nieuw gebied in e-cultuur waarbij we relatief nieuwe (born digital) objecten, die nog niet zo lang geleden verloren zijn gegaan, opgraven en reconstrueren met nieuwe (digitale) gereedschappen. Zowel de materie als de methoden om ons digitale verleden op te graven en te reconstrueren zijn piepjong en nog volop in ontwikkeling”, zo definieert Tjarda de Haan, historica, webregisseur en –archeoloog. Het digitale erfgoed is heel kwetsbaar. Continu veranderende technologieën; systemen die niet meer ondersteund worden of computers die ermee op dreigen te houden, allemaal redenen waardoor data verloren kan gaan. Tjarda: “Papier is veel beter te conserveren dan data. Dat is opvallend in zo’n digitale maatschappij. UNESCO heeft in 2003 al gezegd dat het digitaal erfgoed ook van enorme historische waarde is. Dit zijn ‘unieke bronnen van menselijke kennis en expressie’, als je dat niet bewaart dan gaat een groot deel van ons moderne leven verloren. Webarcheologie staat nog in haar kinderschoenen, daarom is het extra belangrijk om digitaal geheugenverlies – het dreigende verlies van data door verouderde technologie, én doordat mensen hun zolders en mediadragers opruimen – onder de aandacht te brengen.”

Een project dat zorgt voor een grotere betrokkenheid en belangstelling voor webarcheologie is ‘De Digitale Stad herleeft’. Zo’n 7 jaar geleden benaderde het Amsterdam Museum Tjarda om hun website ‘future-proof’ te maken. “Ik ben aan de slag gegaan met het verbeteren van de website. Om het publiek te betrekken kon de online collectie van het museum niet ontbreken op de website. Door dit te doen kunnen mensen al jouw topstukken en objecten bestuderen en delen”, vertelt Tjarda. Al snel ontstond het idee om met Born Digital-materiaal - materiaal dat haar oorsprong vindt in digitale vorm - aan de slag te gaan. De Digitale Stad was hiervoor het perfecte online erfgoed om mee te beginnen.
De Digitale Stad Herleeft
De Digitale Stad (DDS) werd opgericht in 1994 en was een van de eerste virtuele steden ter wereld. Waar het internet voor die tijd vrijwel alleen toegankelijk was voor universiteiten, het bedrijfsleven en overheidsinstellingen, gaf DDS het gewone publiek toegang tot het internet. De makers volgden de techniek op de voet, wat resulteerde in een visionaire online community. Ondanks het succes en een snelgroeiende community sloot DDS in 2001 haar virtuele poorten. Data die door duizenden mensen binnen de community verzameld en uitgewisseld werden, verging bij het offline zetten van de website. Bij dit idee werd de drang om alles wat er te vinden is over en van De Digitale Stad op te graven, voor Tjarda en het projectteam alleen maar groter. Tjarda: “We wisten dat de website niet meer online stond en dat we diep moesten gaan graven, iets wat toen nog niet veel werd gedaan. In eerste instantie was onze doelstelling: breng het internet historisch monument DDS weer tot leven. Maar we ontdekten al snel dat dit een pilot was met een diepere maatschappelijke en wetenschappelijk waarde. We gingen direct aan de slag met het bedenken van een duurzame manier om webgeschiedenis te reconstrueren, conserveren, ontsluiten en toegankelijk te maken voor de wetenschap en de samenleving.”
Grave Diggers present
Vanuit deze missie is het team gaan schrijven. In samenwerking met Marleen Stikker – voormalig virtueel burgemeester van DDS en directrice van de Waag Society – is er een Grave Diggers Party georganiseerd. “Alle oud bewoners van de digitale stad zijn uitgenodigd met de vraag: kijk wat je nog op zolder hebt liggen. Mensen kwamen met stukken code, oude harde schijven, servers en handleidingen. Tijdens het event zijn techneuten direct aan de slag gegaan met teruggevonden servers en back-ups van systeembeheerders. Tegelijkertijd boorden we allerlei herinneringen van oud-bewoners aan, om uit te zoeken wat er belangrijk was aan de community en hoe het werkte”, vertelt Tjarda. Alle vondsten die gedaan werden tijdens de Grave Diggers Party zijn tentoongesteld, wat leidde tot een nieuwe geweldige vondst, ‘de freeze’. 3 DLT tapes met exacte data over alles wat de stad te bieden heeft. Een visionair cadeau, dat De Digitale Stad zichzelf cadeau gaf bij het 2-jarig bestaan. Het duurde een jaar voordat de freeze tapes geopend konden worden in samenwerking met het Computer Museum van de Universiteit van Amsterdam. Het projectteam heeft uiteindelijk 2 reconstructies gemaakt van De Digitale Stad: een replica en een emulatie. De replica is met moderne technieken from scratch opgebouwd zonder de persoonsgegevens erin op te nemen. De emulatie is door middel van oude codes gecompileerd en is alleen toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek. Tjarda: “Op dit moment zijn we samen met het Instituut voor Beeld en Geluid bezig om de beide reconstructies en de gevonden data op een duurzame manier te archiveren. Een lastige kwestie, want hoe kun je een dynamisch object als De Digitale Stad levend houden. Het gaat niet alleen om het maken van snapshots, zoals in webarchieven.”

Jouw persoonlijke erfgoed
Het doel van webarcheologie is dus niet alleen het opgraven van digitaal erfgoed, maar ook de wederopbouw en het toegankelijk maken ervan. Zo kan het publiek De Digitale Stad weer ervaren zoals het ooit was in een museum en kunnen webarcheologen in de toekomst dit erfgoed bestuderen in het e-depot van Beeld en Geluid. Het zijn niet alleen technici en historici als Tjarda die iets kunnen betekenen voor het behoud van digitaal erfgoed. Ook jij kunt je steentje bijdragen. Als coauteur van het Do It Yourself Handboek voor Webarcheologie zette Tjarda alles wat je moet weten om zelf jouw dynamische digitale content te archiveren of te reconstrueren, op een rijtje.
Ze deelde al een paar tips met ons:
Als jij op je harde schijf dingen hebt staan en je weet dat je computer op instorten staat, maak dan goede kopieën en images. Zo’n image betekent dat je een kopie maakt van je hele computer. Je neemt dan alle data mee, ook de metadata. Check ook even of je data goed geback-upt is door ‘checksums’ van voor het overzetten van de data en erna, te vergelijken.
Als je met nieuwe opgegraven data gaat werken, maak dan eerst een kopie! Werk ook vanuit deze kopie zodat het originele bestand intact blijft.
Gebruik altijd slimme bestandsnamen. Denk hierbij aan een datum, duidelijke verwijzing naar de inhoud, etc.
Tjarda: “Tot slot wil ik nog een kleine oproep doen naar iedereen die dit leest. Heb jij nog wat op zolder liggen zoals servers of harde schijven of wellicht informatie over ‘De Digitale Stad’? Deel dit dan met ons (https://hart.amsterdam/freeze), zodat we verhalen kunnen blijven vertellen.”